In het project ‘Zoektocht naar een robuuste teelt van peen en ui’ werken akkerbouwers uit de Noordoostpolder, CLM Onderzoek en Advies en Delphy samen om te onderzoeken of en op welke manier een robuuste teelt van deze gewassen mogelijk is. Fase 3 van dit project is inmiddels gestart, waarbij akkerbouwers op hun eigen percelen onderzoeken wat wel en niet werkt. Dat doen ze via het raamwerk van Integrated Crop Management (ICM). Met dit onderzoek willen akkerbouwers en adviseurs handvatten krijgen voor een weerbaar teeltsysteem met nagenoeg geen emissies.
Zoektocht
Het door WUR ontwikkelde ICM model (geïntegreerde gewasbescherming) biedt een raamwerk om tot een robuuste teelt te komen. Maar de praktische invulling voor peen en ui ontbreekt nog. Samen met een groep akkerbouwers proberen we invulling te geven aan ICM voor de belangrijkste ziekten en plagen in peen en zaaiui. Voor ui ligt de focus op de bestrijding van de uienvlieg. De uienvlieg wordt gemonitord en meerdere telers onderzoeken of het aanleggen van akkerrand werkt om natuurlijke vijanden van de uienvlieg aan te trekken. Ook zetten ze roofaaltjes in om de larven van de uienvlieg te bestrijden. Samen onderzoeken we of het mogelijk is overwinterende poppen van uienvliegen te bestrijden. Bij de proeven wordt zowel naar de effectiviteit van een maatregel als naar de praktische toepasbaarheid gekeken.
Bij peen kijken we hoe monitoring van de wollige peenluis kan bijdragen aan het bestrijden van deze plaag. Vanaf 2025 wordt het lastiger om de wollige peenluis aan te pakken, omdat het breed werkende chemische middel Batavia dan niet meer ingezet kan worden. Daarnaast doen telers proeven met verminderde bemesting, Blue N, Vixeran en Trianum. Hierbij wordt gedurende het groeiseizoen de gezondheid en kwaliteit van het gewas gemonitord. Er worden plukkracht metingen en opbrengstbepalingen gedaan. Na bewaring wordt de peen nogmaals op kwaliteit beoordeeld.
‘Een blauwdruk voor de aanpak is niet te geven, het komen tot een robuuste teelt blijkt echt een zoektocht. Een zoektocht die akkerbouwers, CLM en Delphy samen aangaan, waarbij van elkaar leren centraal staat.’
Handvatten bieden
In de derde fase van dit project willen we met onderzoek telers in en buiten Flevoland praktische handvatten bieden om het gebruik en de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten te verminderen.
Het project draagt bij aan het behalen van de normen van de Kaderrichtlijn Water, ofwel KRW. Het project sluit aan bij de inzet van de provincie Flevoland om het economische en ecologische perspectief van de landbouwsector te versterken.
We verwachten april 2025 de resultaten van het project te publiceren. De resultaten zullen – voor iedereen toegankelijk- op de websites van de uitvoerende organisaties terug te vinden zijn.
Het project is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van Provincie Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland, in samenwerking met het Actieplan Bodem en Water.