Leerpunten: Integraal Knaagdier Management (IKM)
A. Leerpunten algemeen
Laat de natuur zoveel mogelijk helpen met de systeembeheersing, voor zover dat kan
Vogels, vliegen en ratten verschuilen zich graag in hoeken en ventilatiesystemen; controleer dus regelmatig in en bij de gebouwen in de hoeken en kieren waar je nooit ‘vanzelf’ komt
Overleg opruim‐ en ongebruikelijke activiteiten met de buren; verstoorde dieren gaan daarheen
B. Leerpunten biodiversiteit en plaagdieren
De inspectie van slootkanten op ratten kan met de juiste kennis een ware natuurbeleving zijn door resistentie zijn ratten en muizen veel minder gevoelig voor het gif dan bijv. katten en honden
Bij lokvoer dat is aangevreten door muizen blijven de kafjes achter, ratten vreten ze geheel
Ratten laten buiksmeersporen achter, muizen urinesporen, om hun looppaden te markeren
Ratten hebben iets grotere keutels dan muizen
Laat het gebied inspecteren op roofvogels, voordat je extra roofvogelkasten plaatst
Zorg dat het jachtgebied goed toegankelijk is voor roofvogels en andere roofdieren
C. Leerpunten open ruimte, akkers en slootkanten
Inspecteer regelmatig de slootkanten langs de akkers op holen en kuilen
Door inrichtingsmaatregelen de toegankelijkheid vanuit sloten naar bedrijfsgebouwen beperken
Neem dierverstorende maatregelen tegen plaagdieren (bijv. veld onder water zetten) altijd “van buiten naar binnen” ‐ dus precies omgekeerd aan weidevogel‐reddende maatregelen
Verminder aantrekkkelijkheid in het veld door gemorste gewasresten te verwijderen
Aangepast maairegime en beplantingsconcepten op risicoplaatsen
Vergroting van de aantrekkelijkheid voor roofdieren en roofvogels (uilenkasten)
Zorg voor het tijdig schonen van sloten ‐ en de omgeving daarvan
D. Leerpunten dichte ruimten (stallen, schuren) en hun directe omgeving; het erf
Inspecteer regelmatig het erf en de omgeving op kieren, rommel, opslagplaatsen en gemorst voer
Laat bij nieuwbouw een plaagdierdeskundige een bouwinspectierapport maken
Aanbrengen van weringsmaterialen aan stallen en opslagruimten (gaas, borstelstrips, etc.)
Afsluiten van openingen in muren, en plafonds en onder deuren
Afschermen van potentiele nestmaterialen en voedermiddelen (sluiten van silo’s, e.d.)
Wegnemen van materialen die tegen of nabij de gebouwen zijn opgeslagen
Verplaatsen van overige opgeslagen materialen en het omhoog plaatsen van hak‐ en snoeihout
Het gemakkelijker maken voor aanwezige of in te zetten roof‐erfdieren: katten en aardhonden
E. Leerpunten nestkasten en andere nestmogelijkheden voor roofdieren
Zwaluwen zijn de beste vliegenvangers die er zijn ‐ geef ze de kans
Zorg dat je de omgeving van de nesten/ nestkasten kunt schoonhouden (inrichtingsmaatregelen)
F. Leerpunten slootkanten‐ en perceelsrandenbeheer
Veel bloeiende planten zorgen voor aanwezigheid van bestuivende insecten
Toename flora en fauna door minder middelengebruik; dit versterkt weerstand in het gebied
Gezonder gewas, gezondere bermen, gezondere slootwaterkwaliteit
Voor‐ en naseizoen zijn het meest kwetsbaar voor maaien
G. Leerpunten bestrijding plaagdieren
Zet niet zomaar een paar vangkastjes of vallen, maar maak een strategisch plan
Vangkistjes hoeven geen voer te bevatten, ratten en muizen bezoeken deze vaak als schuilruimte
Klapvallen in de buitenruimte altijd in een vangkistje tegen ongewenste bijvangst
Innovatieve vangsystemen zijn niet per se beter, maar geven vaak minder ongewenste bijvangst
H. Leerpunten economie, kosteneffectiviteit en efficiëntie
Innovatieve vangsystemen zijn niet per se beter, maar meestal wel veel duurder
Een goede strategie na grondige inspectie loont altijd
J. Overig
Biodiversiteit op het bedrijf helpt om de burger dichter bij de boer te brengen